Helpereiwitten
De cel pakt het vouwingsprobleem aan met een grote verzameling helpereiwitten die in teams werken, waarbij een ‘hoofdhelper’, chaperone, omringd wordt door ‘assistent-helpers’, co-chaperones. Zonder die helpereiwitten kan het gezonde CFTR niet zijn actieve vorm krijgen en de defecte, zieke vormen van CFTR hebben die hulp nog veel harder nodig. Ondanks die extra hulp zijn er toch patiënten, omdat de CFTR-mutanten het niet redden.
We hebben eerder al gevonden dat gezond CFTR-eiwit hulp nodig heeft van het chaperone Hsp90. Zonder Hsp90 vouwt het gezonde CFTR-eiwit net zo slecht als de meest voorkomende zieke variant, F508del-CFTR. Hsp90 is als een spin in een web van chaperones en co-chaperones die allemaal helpen om de werking van Hsp90 te regelen en verbeteren.
Samen met het laboratorium van Prof. Georgios Karras in Houston (VS) hebben we nu ook ontdekt dat er nóg een chaperone nodig is voor de vouwing van CFTR, namelijk Hsp70. Verder lijkt de hulp van Hsp90 en Hsp70 specifiek voor het CFTR-eiwit te zijn, omdat familieleden van het CFTR-eiwit veel minder afhankelijk zijn van Hsp90. Ook hebben we kunnen bepalen dat Hsp90 en Hsp70 vooral aan het N1-deel binden (het paarse gedeelte in het plaatje). Dat is ook precies het deel waar de F508del mutant zit. N1 blijkt de basis te zijn van een goed-functionerend CFTR-kanaal en veel mutaties in N1 leiden tot de sterkste assistentie door de helpereiwitten en toch de sterkste defecten.